Eendenkooi

Over SPLIJ+

Een eendenkooi is een inrichting om wilde eenden te vangen. De kooi bestaat uit een door houtgewas omgeven waterplas met uitlopers, de vangpijpen, die zijn afgeschermd door schuin geplaatste rietmatten waarover gaas gespannen is. Eendenkooien zijn ontstaan in de late middeleeuwen. Er waren oorspronkelijk meer dan 1000 eendenkooien in Nederland; momenteel zijn er nog 118 levende (geregistreerde) kooien.

Eendenkooien werden aangelegd in waterrijke gebieden om op grotere schaal dan mogelijk was door de jacht, eenden te vangen. De gevangen eenden werden gewoonlijk verkocht aan poeliers. De veren en dons vonden aftrek als vulmateriaal. De kooiker gebruikt voer om de eenden de vangpijp in te lokken. Hij wordt daarbij geholpen door tamme staleenden en het speciaal afgerichte kooikerhondje die de eenden de vangpijp in lokken. Voor het goed functioneren van de kooi is rust een voorwaarde. Verstoring is wettelijk verboden binnen een straal van 750 of 1152 meter. Deze rust en afgelegen ligging zijn de reden voor de aanwezige natuurwaarden. Sommige kooien vervullen momenteel een rol bij het onderzoek naar ht trekgedrag van vogels. Diepontwatering en achterstallig onderhoud zijn de grootste bedreiging voor nog bestaande kooien.
 
DEFINITIE
Een eendenkooi is een vlakvormig element dat bestaat uit water, opgaande beplanting en een stelsel van vangpijpen. Een levende ofwel geregistreerde eendenkooi kent de volgende onderdelen:
  • Een kooiplas – een centraal stuk open water
  • Meerder vangpijpen; dit zijn sloten voorzien van rietschermen waarvan er tenminste een vangpijp gebruiksklaar is
  • Een kooibos dat het complex van kooiplas en vangpijpen omringd. Dit bos bestaat vaak uit hakhout en knotbomen.
 
Naast de levende/geregistreerde kooien zijn er ook rustende kooien (niet vangbaar) en kooirelicten (overblijfsels van eendenkooien waarvan alleen nog de structuur herkenbaar is).  Een bijdrage volgens de onderstaande systematiek geldt alleen voor levende kooien. Voor andere kooien is in principe dezelfde systematiek van toepassing echter middels maatwerk zal eerst een herstelplan moeten worden opgesteld.
 
RANDVOORWAARDEN
  • Het vangklaar houden van minimaal 1 van de vangarmen
  • Het kooibos wordt onderhouden zodanig dat hakhout periodiek wordt afgezet en de knotbomen periodiek worden geknot
  • De maximale grootte van de kooiplas en omringend kooibos is 4 hectare