Een ven is een laagte op de Pleistocene zandgronden, rond of langgerekt, gevuld met voedselarm water. De meeste vennen hebben een ondoorlatende bodem van een oer- of leemlaag en vaak een schijngrondwaterspiegel. Daarnaast zijn er vennen waarvan het water wordt aangevuld door een beekje of het grondwater. Vennen kunnen zijn ontstaan uit een pingo, door uitvening of door uitstuiving. Plassen zijn gegraven vlakelementen.