Kamperveen heeft jarenlang te kampen gehad met veel wateroverlast van zowel de Zuiderzee als de IJssel. Door de Friezen werd het gebied omstreeks de 12e tot het begin van de 14e eeuw in cultuur gebracht. Dit werd vermoedelijk gedaan door vanaf de oeverzone langs de IJssel evenwijdige sloten in het veen te graven. De Hogeweg werd daarbij waarschijnlijk als eerste leidijk aangelegd om het water van het westelijker hoger gelegen veen uit de ontginning weg te houden. Aan de vele bochten en kolken aan de Hogeweg is te zien dat de dijk vele malen is doorgebroken, zowel door het water van de Zuiderzee als de IJssel. Om bij overstromingen toch droge voeten te houden werden de eerste terpen aan de Hogeweg vermoedelijk in de late 14e of 15e eeuw aangelegd. Het bouwen op kunstmatige hoogtes is nog lang in praktijk gebleven in Kamperveen. Zelfs in 1879 zijn er nog nieuwe terpen in de IJsseldelta aangelegd.
Als er geen onderhoud aan een kolk wordt gepleegd, dan groeit de kolk langzaam dicht met riet vanaf de kant en waterplanten. Af en toe is het dan ook noodzakelijk om wat groter onderhoud te plegen. Bij een van de kolken aan de Hogeweg is daarom een harkboot gebruikt om vele wortels van waterlelies te verwijderen. Op sommige plekken was het pakket aan wortels wel 1 meter dik! Deze grondige opknapbeurt maakt dat de kolk weer jaren op diepte is met een goede verhouding tussen waterplanten en open water. Zo blijft de kolk als karakteristiek landschapselemente behouden.
Wilt u financiel bijdragen aan het beheer van landschapselementen? Neem dan
contact met ons op en weet dat de SPLIJ de
ANBI status heeft.